Persoonlijk leiderschap

  • Je krijgt duidelijkheid over je ambities en verlangens.
  • Je weet beter wat je nodig hebt om goed te functioneren.
  • Je neemt verantwoordelijkheid voor je keuzes en handelt in overeenstemming met je ambities.
  • Je onderneemt de juiste actie om je doelen te bereiken.
  • Je krijgt een helder zicht op je talenten en je weet welke vaardigheden je verder wil ontwikkelen.
  • Je haalt voldoening en plezier uit je werk en dat straalt af op je omgeving.

Leidinggeven

  • Je communiceert en formuleert de vooropgestelde doelen helder.
  • Je slaagt erin om je medewerkers te motiveren.
  • Je geeft feedback op een manier dat je medewerkers er graag mee aan de slag gaan.
  • Je inspireert je team en moedigt hen aan om mee te denken.
  • Je hebt oog voor de talenten en ambities van je medewerkers.
  • Je slaagt er in om echt te horen wat je medewerkers zeggen.

Communicatie 

  • Je weet hoe je werkelijk kan luisteren zodat mensen je belangstelling voelen.
  • Je kan helder en met zorg woorden geven aan wat je wilt zeggen, zodat je boodschap écht wordt gehoord.
  • Je aarzelt niet om te waarderen of te confronteren.
  • Je bent vaardig in het constructief omgaan met weerstand en conflicten.
  • Je schept een open klimaat waar ruimte is voor meningsverschillen.